Wanneer ik terugkijk op het Rauwkostcongres dat plaats vond in Nürnberg, dan denk ik vooral terug aan de laatste voordracht die we daar hebben bijgewoond en die geleid werd door Paul Nison. Paul Nison is auteur van verschillende boeken, waaronder The Raw Life en andere.
Nison sprak over zijn eigen zoektocht naar gezonde voeding. Net als zovelen heeft deze zoektocht te maken met valkuilen en subjectieve interpretaties. Omdat in zijn vriendenkring nogal wat gespierde kerels en bodybuilders waren, probeerde hij door meer eiwitkost en voedingssupplementen en de nodige oefening een imposantere body te verkrijgen, maar in plaats daarvan werd hij ronder op die plaatsen waar hij het liever niet had en werd hij in plaats van gespierder ‘papperig’.
Zolang men echter nog een beetje kan denken en men door de voeding en de gebruiksmiddelen niet al te erg verdoofd is, kan men begrijpen dat dit niet de natuurlijke gang van zaken is en ook op voedingsvlakken kan men verlichte momenten krijgen die op persoonlijk vlak vaak geniaal en noodzakelijk zijn. Zo gebeurde het ook met Nison. Hij kreeg een boek over rauwkost en atletisme in handen. Daarna begon hij meer te lezen over al dit soort dingen en bracht hij de rauwkostvoeding onmiddellijk in de praktijk. Maar eenmaal al dit lezen moe, vroeg hij zich af of er niet ergens één enkel boek was, dat op een duidelijke verstaanbare, eenvoudige manier al deze informatie bijeen bracht. Ik kan me voorstellen dat veel van onze lezers ook zo’n boek zouden willen vinden. Nison vond het in de Bijbel.
De vraag is alleen hoe je de Bijbel leest. Zelfs Jezus vroeg ooit aan zijn omstaanders : “Hoe leest gij?” Wat Nison vond in de Bijbel, vinden blijkbaar niet alle mensen erin terug. Veel mensen zullen met Nison zijn voedingsstandpunten betwisten, wanneer ze de Bijbel er bij halen. Het is waar dat de Bijbel geen voedingsboek is, maar in de eerste plaats een ver- klaring geeft voor het hoe en waarom van de zonde en de erop volgende breuk met God – en het plan dat God heeft uitgebouwd voor een eeuwige afrekening met het kwaad. De Bijbel beoogt in de eerste plaats het bereiken van het eeuwige doel en niet het win- nen van het tijdelijke. Daarvoor moet de geestelijke kant van de mens vernieuwd worden.
Behalve dat geeft Gods Woord ook sporen naar het oorspronkelijke, nl. de aanvankelijk geplande, voorziene voeding voor de mens, de herkomst en betekenis van het ‘bloedige offer’, dat het bewustzijn moest versterken hoe gruwelijk elke overtreding was. Elk dier dat geofferd werd moest een persoonlijke ervaring worden van afkeer en weerzin.
Ik weet dat veel mensen het moeilijk hebben met de offerdienst, maar gezien vanuit dit perspectief kan je begrijpen dat offeren geen routinewerk kon zijn. Toen het dat wèl werd, was Gods reactie “dat Hij geen behagen meer had in al die offers”, omdat de geesteshouding haaks stond tegenover de oorspronkelijke bedoeling.
Nisons’ ervaringen met voedsel zoals God het geschapen heeft – origineel – onveranderd – zonder menselijke eigenwijsheid “verbeterd” waren zo overtuigend. En hij ontdekte dat het enige wat belangrijk is, is niet hoe je eruit ziet maar hoe je je voelt !
In zijn omgeving had hij zo vaak mensen krankzinnige dingen weten doen om indruk te wekken, om te imponeren. Dat kennen we natuurlijk ook in de sport : welke risico’s men neemt om toch maar een betere prestatie te kunnen neerzetten.
Ik hoor dat trouwens iedere dag : mensen met allerlei frustraties omdat ze te dik of te dun zijn… De ideale menselijke proporties bestaan nu eenmaal niet en als zaken veranderbaar zijn, dan worden ze juist door de frustratie bevestigd…
Het is met de voeding net als met het evangelie. Keuzes maken onderscheidt de mens. Jaren gele- den was er een vriendin die grote veranderingen in haar voeding had gemaakt. Gezien er bij ons voor het eten wordt gebeden en gezongen, ontging ook dit deel van ons leven haar niet. Zo werd erover gesproken – volledig vrijblijvend – en begon de vriendin wat bijbelstudie te doen, tot ze op een bepaald ogenblik radikaal met alles brak als gevolg van reacties in haar eigen omgeving.
Mensen doen veel om bij de groep te blijven horen. Hoe dichter we bij de Bijbel gaan leven, hoe meer we ons onderscheiden van de massa, zonder dat dit een doel op zich is. We zijn wel IN de wereld, maar niet VAN de wereld.
De Bijbel met zijn goed nieuws en de voedingsboodschap kunnen zo logisch zijn, zo fantastisch, zo wonderbaar…
Nisons’ zoektocht naar het boek waarin alles samen zou staan eindigde in het vinden van de BIJBEL. Het is geen voedingsboek,, maar er is voldoende om een wegwijzer te zijn.
Neem nu het voorbeeld van Daniël, zoals we dat in het profetisch boek ‘Daniel’ kunnen nalezen. In penibele omstandigheden van een land in oorlog, worden jonge mannen en het kruim van het Joodse volk van die tijd, dat verslagen werd door de legers van Nebukadnesar, afgevoerd naar het Babylonische hof, om daar ingewijd te worden in de handel en wandel van het Nieuwe Rijk. In deze conditie, waarbij elk aspect van de gewoonten van de toekomstige dienaars is bepaald, treedt Daniel naar voren om
een afwijking op de regel te vragen. Je zou kunnen zeggen dat hij blij mocht zijn nog te leven, en dan in die positie nog een voorrangsbehandeling te krijgen… was het niet genoeg ?
Daniel vraagt voor hem en zijn vrienden een afwijking op de voeding. Geen vlees, maar een eenvoudige groentenvoeding. Het resultaat is verbluffend en ook de toezichter erkent het.
Bepaalde critici wijzen erop dat deze keuze door Daniel vooral ingegeven was door het feit dat het vlees afkomstig was van de offerdienst aan de afgoden en dat Daniel moeite had met het ‘gewijd vlees’ – of ontwijd vlees zo men wil.
Er is te weinig historische achtergrond om de juiste beweegreden te achterhalen, maar we kunnen wel aannemen – en daarvan getuigt zijn hele boek – dat hij tenvolle bewust was van de betekenis van het offer en hoe en waarom God het had ingesteld, maar ook welke invloed zijn consequente keuzes hebben gehad in de verschillende periodes van zijn leven. Het voorbeeld van Daniel kan ook ons vandaag inspireren om de keuze tussen de Wereldtafel en Gods Tafel te maken… en God weet waar het goed voor is !
maar ook u zelf zult na enige ervaring weinig moeite hebben om te besluiten dat God gelijk had toen hij ook voor de mens een voeding schiep die onveranderd en onverminkt kon gegeten worden.
Als sommigen zowel op het vlak van het goede nieuws als op het vlak van ongeschonden voeding afhaken, of zelfs weigeren het een kans te geven, dan is het vaak omdat zij niet zelfstandig denken, en angst hebben om een Daniel te zijn.
“Wat mij het eerst trof in rauwkost, was een grote verzameling boeken die systhematisch het effect van gekookt voedsel in het menselijk lichaam beschreven. Het was vooral uit angst, zoals bij men- sen die vegetariër worden na het op TV zien van de gruwelen van het slachthuis, dat ik een fervente rauwkosteter werd. Ik was bang voor kanker, bang voor een uitgezette darm, bang om zwaarlijvig te worden, bang voor huiduitslag en hoofdpijn en ver- moeidheid… van al deze dingen die we geleidelijk accepteren als “dingen van het leven”. Ik begon te observeren – na het meemaken van dozijnen voor- drachten en ontmoetingen met rauwkostkenners en het lezen van tientallen boeken over “miraculeuze genezingen” dat het menselijk lichaam de aangeboren kracht heeft om op een natuurlijke manier zichzelf te genezen. We zijn niet vatbaar voor ziekte; we zijn vatbaar voor onszelf en de levensstijl en de keu- zes die we maken. Onze natuurlijke toestand is er een van een lang en overvloedig leven, lenig, krachtig, gelukkig, gezond, in uitstekende fysieke conditie en in staat om lief te hebben. Al het andere is een illusie die we zijn beginnen “normaal” te noemen.
Het menselijk vermogen om te overleven in een tegengestelde omgeving lijkt op een krachtmeting. Toen ik met mensen sprak over rauwkost en zijn invloed op de lengte van het leven, kreeg ik bijna altijd dezelfde argumenten : “Wel, en wat denk je dan van die mensen die 100 jaar worden met roken, en met hun dagelijkse steak ? Waarop ik antwoord : dat men hier rekent op de uitzonderingen en dat voor hen 100 jaar nog niets vertelt over de kwaliteit van het leven, of de hoeveelheid medicatie en chi- rurgische ingrepen en andere die ze misschien al hebben doorlopen… Illustreert dergelijk voorbeeld niet hoe sterk we eigenlijk zijn ?”
Wat zou ervan geweest zijn indien een dergelijk persoon heel zijn leven een rauwkoster zou geweest zijn, geleefd had op Fiji, en iedere dag zou gewandeld of gezwommen hebben ? Hoe lang zou zo iemand dan wel geleefd hebben ?”
Gods grootheid
gaat het klankbord van jouw ziel nog wel eens onstuimig trillen?