Jezus Wederkomst

Wederkomstverwachting… wat betekent dit voor jou? 

Het zou kunnen dat het je laatste zorg is dat Jezus zal wederkeren. Misschien verwijs je naar de vele keren dat men in het verleden voorspelde dat Jezus zou weerkeren… en het gebeurde niet. Trouwens, waarom zou Hij weerkeren? Zoiets kan je alleen maar begrijpen als je het plaatst in Gods plan met de mensheid. En dat plan wordt openbaar gemaakt door middel van de Bijbel. Nu kan het ook zijn dat je jezelf niet rekent tot die mensen die de Bijbel doorklieven, woord voor woord, om er zoveel mogelijk uit te halen. Nochtans is dat een geweldig iets, wanneer de woorden van dat Oude Boek tot leven komen en je de taferelen die daar geschilderd worden kunt overbrengen naar de tijd waarin we leven. 

Ga terug naar de schepping en je leest daar dat de aarde aan de mens gegeven was om er een hemel van te maken. En enkele bladzijden verder lees je hoe de mens dit uit handen gaf. Met een rijkdom aan voorbeelden, ervaringen, schaduwen en feiten, toont de Bijbel aan dat de mens zijn doel heeft gemist en dat als geheel de aarde niet de hemel is geworden. De realiteit van vandaag is minder fraai dan een ‘paradijs’.  De menselijke geschiedenis toont ons geen opwaartse beweging, maar een verhaal van verval, pijn, bedrog, leugen, opstandigheid, eigengereidheid, hoogmoed en meer van die dingen. 

Het zou je kunnen ontmoedigen dat dit de wereld is waarin we leven. Zoveel gemiste kansen, een doorbroken harmonie, met een enorme prijs van lijden, morele achteruitgang… en dan geven we misschien God de schuld. Heeft Hij met opzet de mens net niet zo perfect gemaakt? Waarom kon Hij het kwaad niet verhinderen? God heeft een risico genomen, net zoals iedere ouder een risico neemt bij de opvoeding van zijn kinderen. Eén ding is zeker: God heeft dit niet zo gewild. En Hij wist dat dit alles zo zou uitlopen, omdat Hij met zijn enorme voorkennis wist waartoe de duivel in staat is. Maar Hij voorzag reeds van voor de schepping in een plan, dat moest afrekenen met de zonde en dat moest voorzien in redding.  De mens zou wel in de wereld leven, maar hij zou ervoor kunnen kiezen om niet van de wereld te zijn. Dat gaf natuurlijk de nodige wrijving, zeker toen het geweten van de mensen begon af te zwakken “en alle overleggingen slechts boos waren”. Temidden van godsverachters voelden de mensen zich als vreemdelingen en bijwoners, pelgrims onderweg naar een beter vaderland.  En elke keer ging van God actie uit om zich kenbaar te maken. Door middel van Abraham zou God zich aan de wereld tonen en mensen uitnodigen voor Zijn wereld. Het was bijna hopeloos hoe dat nageslacht in Egypte een slavenvolk werd waarmee God iets onmogelijks zou uitvoeren. Na machtige manifestaties leidde Hij dit volk in de woestenij en leerde hen wat zij waren vergeten. Met zijn vinger schreef God nu op stenen tafelen het samenlevingscontract dat in de nevelen van de tijd was vergeten, maar met de diepe wens dat die woorden principes zouden worden die “op de tafelen van het hart” van ieder mens zouden staan. Het waren bevrijdende woorden, maar zo anders dan die dingen waar alle andere volkeren naar leefden.  Wanneer je bij Gods geboden zou denken aan verboden, dan heb je ze niet goed gelezen. Alleen de mens die dit niet van harte ervaart, ziet het als beperkingen, een zweepslag elke keer dat je iets doet… 

Ja Satans’ vervalsingen zijn sluw en zijn slavernij komt ons over als bevrijding. Gods bevrijding daarentegen komt voor velen over als een last, een beperking… Zo ervaarden de nakomelingen van Adam en Eva het, tot ze in een helder moment zich bewust werden van de consequenties ! Gods Geest vindt een open deur !

Ik ben ook zo’n slaaf geweest in het figuurlijke Egypte. En op wonderbaarlijke wijze leerde ik God kennen als de Grote Geneesheer, de Wonderbare Raadsman, de Vredevorst, de Almachtige. 

De woestijn, veertig jaar, symbool van een mensenleven… en dan een tegenslag… blijft onze verwachting het beloofde land, of gaan we verlangen naar de “vleespotten van Egypte”? 

Gaf God geen belofte van iets beter? Kunnen we God op zijn woord geloven? Zijn onze ervaringen met God groot genoeg om Hem aan het stuur van ons leven te laten? Een succesvolle reis is in handen van de Stuurman. Het is geen lachtertje als we hobbelen over het traject van de smalle reis, maar de Stuurman kent de weg en is ervaren. 

In de Bijbel is goed nieuws dat grenzen verlegt. De grens van een afgebakend leven, waarvan de dagen zijn geteld, naar eeuwig leven. 

God heeft de grenzen bepaald, omdat zo’n leven volstaat om te bewijzen waar het op aan komt. Als je ziet wat een ellende de mens kan veroorzaken in dat korte leven, kan je wel voorstellen welk een chaos het zou worden als we tien maal langer zouden leven!

De zonde bracht de dood. We weten wat de Bijbel zegt over de doden; zij weten niets. En daar was dan de Satan. Hij suggereerde : “Gij zult volstrekt niet sterven…” En er zijn er vandaag veel die geloven dat mensen na hun dood verder leven…

Hoeveel godsdiensten prediken niet een leven na de dood – op verschillende manieren – in weerkerend leven, in geestelijke zin, als heiligen… Ook de Oosterse religies en de New Age hangen dit aan.  Ze vertellen je dat er geen kwaad is, dat we een deel zijn van de godheid en daarin kan geen kwaad bestaan. Het karma is dat verschrikkelijke wiel van de geschiedenis, van het altijd opnieuw weerkeren – terwijl je niet weet wie je bent of waart – zonder dat de spiraal onderbroken kan worden. 

Dat alles omdat het in de mens ligt om eeuwig te leven. 

Wat is eeuwig leven? Wanneer begint het, voor wie is het? De Bijbel geeft antwoorden. Twee van de twaalf testende waarheden vinden we in in  Openbaring 14:6 en Handelingen 4:12 :

En ik zag een andere engel vliegen in het midden des hemels en hij had een eeuwig evangelie, om dat te verkondigen aan hen, die op de aarde gezeten zijn en aan alle volk en stam en taal en natie

En de behoudenis is in niemand anders, want er is ook onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegeven, waardoor wij moeten behouden worden. 

Eens legde Jezus zijn godheid af en kwam in de gedaante van een mens. Hij leefde en leed onder de mensen en gaf een uniek voorbeeld van hoe het mogelijk is om te leven naar Gods wil. Hij stierf en droeg onze schuld op Zich, omdat wij zouden kunnen leven. Zondeloos als Hij was, kon het graf Hem niet vasthouden. 

Jesaja beschreef op zon wonderbare manier honderden jaren van tevoren het leven van Jezus:

Hij had gestalte noch luister, dat wij hem zouden hebben aangezien, noch gedaante, dat wij hem zouden hebben begeerd. Hij was veracht en van mensen verlaten, een man van smarten en vertrouwd met ziekte, ja, als iemand, voor wie men het gelaat verbergt; hij was veracht en wij hebben hem niet geacht. Nochtans, onze ziekten heeft hij op zich genomen, en onze smarten gedragen; wij echter hielden hem voor een geplaagde, een door God geslagene en verdrukte. Maar om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem, en door zijn striemen is ons genezing geworden. Wij allen dwaalden als schapen, wij wendden ons ieder naar zijn eigen weg, maar de Here heeft ons aller ongerechtigheid op hem doen neerkomen. Hij werd mishandeld, maar hij liet zich verdrukken en deed zijn mond niet open; als een lam dat ter slachting geleid wordt, en als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed hij zijn mond niet open. Hij is uit verdrukking en gericht weggenomen, en wie onder zijn tijdgenoten bedacht, dat hij is afgesneden uit het land der levenden? Om de overtreding van mijn volk is de plaag op hem geweest. En men stelde zijn graf bij de goddelozen; bij de rijke was hij in zijn dood, omdat hij geen onrecht gedaan heeft en geen bedrog in zijn mond is geweest. Maar het behaagde de Here hem te verbrijzelen. Hij maakte hem ziek. Wanneer hij zichzelf ten schuldoffer gesteld zal hebben, zal hij nakomelingen zien en een lang leven hebben en het voornemen des Heren zal door zijn hand voortgang hebben. Om zijn moeitevol lijden zal hij het zien tot verzadiging toe; door zijn kennis zal mijn knecht, de rechtvaardige, velen rechtvaardig maken, en hun ongerechtigheden zal hij dragen. Daarom zal Ik hem een deel geven onder velen en met machtigen zal hij de buit verdelen, omdat hij zijn leven heeft uitgegoten in de dood, en onder de overtreders werd geteld, terwijl hij toch veler zonden gedragen en voor de overtreders gebeden heeft.

Zo zag Jesaja de komende Messias honderden jaren voor Jezus geboren werd. Zo werd Hij door zijn discipelen gezien en gaf Hij aan hen en aan ons beloften: de belofte van zijn wederkomst. 

Hij kwam éénmaal als mens naar de aarde. Als Hij wederkomt, zal Hij terugkomen in heerlijkheid. Hij zal geen voet op aarde zetten, maar elk oog zal Hem zien.  In het Nieuwe Testament wordt deze terugkeer 318 keer genoemd. Dat is vaker dan enig ander feit of uitspraak. Het is uiterst belangrijk om daar rekening mee te houden.  Zie naar de vele gelijkenissen die verwijzen naar die ontmoeting : de gelijkenis van de 10 maagden, de verloren zoon, de maaier en alle andere. Ze hebben te maken met deze gebeurtenis waarop we ons kunnen voorbereiden. 

Daarom, weest ook gij bereid, want op een uur, dat gij het niet verwacht, komt de Zoon des mensen.     Mattheus 24:44

Ook in het Oude Testament wordt over deze grote dag geschreven als ‘De dag des Heren’. 

Alles in de Bijbel wijst in de richting van Jezus’ definitieve herstel van het leven. Hij is er al mee begonnen. Je weet het, als je van Hem nieuw leven ontvangen hebt. Op dat moment maak je deel uit van Zijn geheim. Je wordt betrokken in Zijn plannen. 

Wanneer Hij terugkomt weet niemand. God weet het. Maar dat we daar klaar voor moeten zijn is duidelijk. De hele schepping wacht op dat moment.

Het graf is leeg

De verbazingwekkende les die volgt, is een geweldig voorbeeld van waarom elk woord in de Bijbel zo belangrijk is. De moderne vertalingen hebben met veel verzen geknoeid en voor de oppervlakkige lezer van de Bijbel lijkt de vermelding van het mooi opgevouwen doek in dit vers misschien niet belangrijk. Zoals je zult zien, werd het doek achtergelaten als het “visitekaartje” van de Heer! Het is direct verbonden met de tekst in Johannes 14:3 : “En als Ik heengegaan ben en plaats voor u gereedgemaakt heb, kom Ik terug en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben.”

Weet je waarom Jezus het doek vouwde dat over Zijn gezicht lag tijdens de tijd dat Hij in het graf lag?

Johannes 20:7 vertelt ons dat het zweetdoek, dat over Jezus’ gezicht werd gelegd, niet zomaar opzij werd gegooid zoals de grafkleden. De Bijbel heeft een heel vers nodig om ons te vertellen dat het netjes was opgerold en apart van de grafkleren was geplaatst.

“En op de eerste dag van de week ging Maria Magdalena vroeg, toen het nog donker was, naar het graf, en zij zag dat de steen van het graf weggenomen was. Daarom snelde zij terug en ging naar Simon Petrus en naar de andere discipel, die Jezus liefhad,  en zei tegen hen: Ze hebben de Heere uit het graf weggenomen, en wij weten niet waar zij Hem neergelegd hebben. Petrus dan ging naar buiten, en de andere discipel, en zij kwamen bij het graf. En die twee liepen samen, maar de andere discipel snelde vooruit, sneller dan Petrus, en kwam als eerste bij het graf. En toen hij vooroverboog, zag hij de doeken liggen, maar toch ging hij er niet in. Simon Petrus dan kwam en volgde hem, en ging het graf wel binnen en zag de doeken liggen. En de zweetdoek, die op Zijn hoofd geweest was, zag hij niet bij de doeken liggen maar afzonderlijk, opgerold, op een andere plaats.” Johannes 20:1-7

Was dat belangrijk? Absoluut.

Heeft dat echt iets te betekenen? Ongetwijfeld.

Om de betekenis van het gevouwen doek te begrijpen, moet je een beetje begrijpen van de Hebreeuwse cultuur en traditie. Het opgevouwen doek had te maken met de meester en knecht, en elke joodse jongen kende deze traditie.

Toen de bediende de eettafel voor de meester dekte, zorgde hij ervoor dat het precies was zoals de meester het wilde..

De tafel was perfect ingericht en dan wachtte de knecht, net uit het zicht, tot de meester klaar was met eten, en de knecht durfde die tafel niet aan te raken, totdat de meester klaar was.

Nu, als de meester klaar was met eten, zou hij van tafel opstaan, zijn vingers en mond afvegen en zijn baard schoonmaken, en dan zou hij het servet verfrommelen en het op tafel gooien.

De bediende zou dan weten de tafel af te ruimen. Want in die tijd betekende het achtergelaten servet: ‘Ik ben klaar’.

Maar als de meester van de tafel opstond, zijn servet oprolde en naast zijn bord legde, zou de dienaar de tafel niet durven aanraken, want……….. Het opgerolde servet betekende, ‘Ik kom terug!’

Jezus komt terug! Vind je het niet geweldig hoe onze Hemelse Here aandacht besteedt aan elk klein detail?! Jezus zei of deed niets dat geen deel uitmaakte van het vervullen van Zijn doel.

Het servet werd in de Bijbel opgetekend als een teken van de wederkomst van Jezus Christus. Het was Zijn “visitekaartje”.

Openbaring 22:20 “Hij Die van deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig. Amen. Ja, kom, Heere Jezus!”

Geef er zin aan Heer

God schudt zich het hoofd als mensen tot hem bidden om genezing en verlichting van hun lijden en kwalen, terwijl hun ziekten nochtans gewoon de effecten zijn van de gewoonten die ze zo hartstochtelijk onderhouden

Ik heb geleerd om van alles het beste te maken. En je kent dat waarschijnlijk ook: er zijn van die dagen dat alles meezit, en dagen dat alles tegenschijnt. Zo kunnen bepaalde periodes van je leven gekenmerkt worden door een onweersdreiging, en andere door een mild lentezonnetje… Laten we ons wat minder zorgen maken en het aan God overlaten. Wat God doet is goed gedaan.

Ik meen dat werkelijk, dat God het beste weet wat voor ons goed is. En het is een enorme kracht en bron van vrede, wanneer je bij alles wat er gebeurt, het aan God kunt overlaten.

Zelfs de minder prettige dingen van het leven kunnen betekenis krijgen. Wat je vandaag niet kunt zien of begrijpen, zal in de eeuwigheid duidelijk worden.

Als de heilige boeken zullen worden geopend tijdens de op handen zijnde duizend jaar, zullen we verrast zijn op welke manier God ingegrepen heeft in ons leven, hoe Hij voorkwam dat zaken erger werden dan wat je hebt moeten dragen, of dat Hij zaken toeliet te gebeuren, omdat Hij een voorkennis heeft die ons verstand te boven gaat. Dan zal je geen vragen meer hebben over het waarom of over hoe God zoiets kon toelaten… Je zult van de ene verbazing in de andere vallen en je zult oprecht bekennen dat het precies dankzij God is dat de zaken niet veel erger waren.

Waarschijnlijk dromen we van een God als automaat, die precies antwoordt zoals je het graag zou hebben, op je eigen manier, op je eigen tijdstip… geheel op je eigen maat.

Je bent bang ? Hij stelt je gerust. Je bent in financiële nood ? Daar is het geld. Je hebt honger of dorst ? Daar staat het… En je bent ziek ? Heel eenvoudig… daar is je genezing. Je bidt… en daar gebeurt het mirakel.

Natuurlijk wil God het goede, en natuurlijk heeft God geen plezier aan het lijden en de dood. Maar Hij weet ook dat het niet altijd het beste is, om zomaar te geven wat we verlangen. Zou God genezing schenken, zonder dat daar van de kant van de gelovige iets tegenover staat? De meeste mensen hebben zo’n honger naar wonderen. Daardoor zien ze niet meer hoe ze met wonderen omringd zijn. Alles in het leven is zo bijzonder. Tijdens de voorbije jaren heb ik talrijke video’s bekeken over wonderen van de schepping, over bloemen – waarom ze zijn zoals ze zijn – van de vorm van het blad, de constructie van de bloem, de meeldraden en de stamper, tot en met de verspreiding van de zaden. Wat een wonder… Maar het is niet voorbehouden voor de plantenwereld, of de bloemen, of de bomen. Alles ademt schittering en heerlijkheid uit. De kleinste dingen worden opeens gigantisch interessant. En dit onuitsprekelijk concept leert ons de les dat er een intelligent ontwerp moet zijn achter dit alles.

Ik kan eindeloos mediteren bij de wijze woorden uit de Romeinen brief : “Want toorn van God openbaart zich van de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van mensen, die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden, daarom dat hetgeen van God gekend kan worden in hen openbaar is, want God heeft het hun geopenbaard. Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand doorzien, zodat zij geen verontschuldiging hebben. Immers, hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen zijn op niets uitgelopen, en het is duister geworden in hun onverstandig hart. Bewerende wijs te zijn, zijn zij dwaas geworden, en zij hebben de majesteit van de onvergankelijke God vervangen door hetgeen gelijkt op het beeld van een vergankelijk mens, van vogels, van viervoetige en van kruipende dieren. (Rom.1:18-23)” Deze tekst leert dat er strijd is tussen waarheid en leugen. Niet alles is wat het is. Maar God heeft de natuur gesteld als een getuige van zijn machtige en wijze daden. Ondanks alle verminking en ondanks alle geweldplegingen op de natuur, blijft de natuur een machtige prediking. Daarom is de duivel verbitterd op de natuur. Hij wil die kapot, zodat niemand nog kan geloven dat zo’n gedrocht door God werd geschapen. Het ergert hem dat hij die kracht niet heeft om Gods sporen uit te wissen. Hij gebruikt andere middelen : methodes die mogelijke andere wegen voor het bestaan van de levende wereld zouden verklaren. De evolutieleer is één van zijn geniale vondsten En hij heeft het zo ver gekregen om de evolutieleer voor te stellen als wetenschappelijk en de scheppingsgedachte als een godsdienstige aangelegenheid voor naïeve geloofsfanaten, die maar niet willen inzien dat er geen God is.

Geloof kan niet altijd gemeten worden aan de mate waarop God schijnbaar direct antwoord geeft op je verzuchtingen. God weet het best wanneer en hoe er geantwoord moet worden. En als het past in Zijn plan, zal Hij dat doen. We moeten niet laten om te bidden, we moeten juist veel méér bidden. Het is het ideale instrument om op Gods golflengte te komen. Kijk naar het leven en gebed van Jezus. Jezus kon Zijn werk niet doen zonder gebed. Hij had behoefte aan gemeenschap met zijn Vader. Gods volk zou een biddend volk moeten zijn, dat zich door God laat leiden. Probeer zoveel mogelijk dimensies van het gebed te begrijpen. Het gaat op den duur een deel uitmaken van je relatie met God. Je gaat je vereenzelvigen met de eer van God, terwijl je zelf klein en stil wordt in Zijn aanwezigheid. Eén van de films die ik bekeek ging over het wonder van de eencelligen. Deze schijnbaar “primitiefste” vorm van leven is ongelofelijk complex en nauwkeurig en je kunt je de vraag stellen als zelfs in een dergelijk detail zoveel wonder te bespeuren valt… hoe kan zoiets “uit zichzelf” ontstaan ? 

Daar zijn we dan, omringd door wonderen… en laten we ze ZIEN. Het is een unieke reden om de Schepper van alle dingen te verheerlijken, te loven en te prijzen, om Hem te danken en te bejubelen om de grote daden die Hij heeft gesteld. Dat is een waardig deel van ons gebed. 

Ik heb al veel mensen horen voorbede doen, heel oprecht en met eenvoudige woorden, en ieder gebed spreekt zijn verhaal. Ja, het weerspiegelt iets van de ziel van de biddende mens, wat hij verlangt, door wat hij gedreven is, waar hij mee bezig is… 

Ik durf het bijna niet schrijven, maar ik ben bij momenten beschaamd geweest hoe er dwingend bij God voor mij gebeden werd, toen ik werd geconfronteerd met mijn handicap, met alle argumenten bij God bepleitend waarom Hij me toch beter moést maken. Ik laat het liever aan God over. God heeft het Zich niet aan het hart laten komen en ik veronderstel dat sommige gebeden misschien niet eens één verdieping hoger komen, in plaats van in de hemel. 

Ik dacht toen: laten we bidden om kracht, laten we bidden dat God de omstandigheden leidt, dat wij het inzicht en de wijsheid krijgen om van deze situatie iets zinvol te maken, zonder verbitterd of hard te worden. 

De Bijbel leert ons om te bidden “in geloof”, zonder twijfel… zoals die drie mannen daar op de Babylonische vlakte, die weigerden om te verzaken aan Gods geboden (buigen voor en aanbidden van door mensenhanden gemaakte afgoden). Ze gaven getuigenis van hun geloof in die Almachtige, de Schepper van het Heel-Al, die hun kòn redden , maar zelfs indien niet… zou dat hun geloof niet aantasten.

Waarom zou God het verleden ongedaan maken in dit leven, waarin juist de duivel het bewijs moet leveren van zijn karakter? Als God iedere keer tussenbeide zou komen als een christen beproefd wordt, en ieders leven dermate beschermt, kan nooit voor de hemel en de aarde de ware gedaante van de Satan aan het licht komen. Maar door beproevingen en moeilijkheden en de zweepslagen van het leven sterkt en staalt God de mens. Hij haalt het trotse hart neer, om een geest van dienstbaarheid en gewilligheid te tonen aan Hem die bij machte is veel meer te verwezenlijken dan wij bidden of beseffen. 

O Here, mocht het zo zijn !

Dan nodigen we je graag uit :

Maandelijkse Bijbelstudie te Erwetegem :

Kom luisteren wat de Bijbel te vertellen heeft. Geen boek dat alleen maar op de vingers tikt. Maar een gids voor een succesvol leven. Je bent welkom, maar graag eerst aanmelden : 0484 40 50 05. Tot dan.

Geloof het Goede Nieuws

Ik hoop dat ik geen uitzondering lijk, wanneer ik zeg dat ik graag “Goed Nieuws” hoor. Ik hoop zelfs dat àlle lezers iets van dit gevoel in hun binnenste voelen branden, die hunkering naar veiligheid, naar het “happy-end” in de film, naar het overwinnen van het goede over het kwade, die droom dat gerechtigheid mag geschieden,…

Er springt iets in mijn binnenste omhoog als ik het verhaal hoor van mensen die doorheen strijd en moeite positief blijven, die hoopvol blijven wonderen zien… Dan denk ik bij mezelf : hoe machtig is het als het oog gericht blijft op datgene wat werkelijk telt. Er is iets moois in elk verhaal van moed, vertrouwen en doorzettingskracht. Het is als een hand op de schouder van de mens die twijfelt, zich zorgen maakt en zijn energie tegen zichzelf gebruikt.  Zo’n mens heeft een steuntje nodig.  En misschien zit er zo’n mens wel ergens in de kier van je jas… Dan is Goed Nieuws voor u, een klein lichtje, zelfs al lijkt het maar aan het eind van de tunnel… En wat is die tunnel dan wel ? Het leven ? 

Elke dag heeft zo zijn goede nieuws. Wanneer God zijn zon doet opgaan en de nieuwe dag inzegent met heerlijk licht, is dat geladen met goed nieuws.  

Er zit goed nieuws in de seizoenen, zelfs al betrap ik er mezelf soms op dat ik ongeduldig hunker naar de (eeuwige) lente… Er zit goed nieuws in het open gaan van de botten, in het ontluiken van de bloesems… Jawel, dat is geen kleinigheid.  Als ik daar met aandacht mee bezig ben, dan kan ik niet anders dan sprakeloos toekijken en het hoofd schudden.  De natuur zit zo wonderlijk in elkaar, dat ik er geen woorden kan voor vinden om mijn gevoelens nauwkeurig uit te drukken. Of het gaat om een plant, een bloem, een landschap, een dier, zelfs een klein insect… alles openbaart de machtige hand, van een Intelligente Schepper.

Lezen we niet in de Romeinenbrief (1:20) :

“Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand doorzien…”

Ieder oog is in staat op te merken welke enorme samenhang er is tussen alles wat leeft, hoe alles afgewogen is om in perfecte harmonie te bestaan. Zelfs al is deze aarde niet meer het Eden, waarvan sprake in het begin van het verhaal van God met de mens, toch blijft deze aarde een heerlijke plaats om te zijn… omdat er Goed Nieuws is. Ieder Woord van God is Goed Nieuws. Ieder getuigenis dat in de Bijbel is neergeschreven tot bemoediging en onderwijs is voor de mens die ernaar hongert en het aanneemt als Goed Nieuws. Ja, het is Goed Nieuws te weten, dat God in zijn alwijsheid het laatste woord heeft, hoe erg en hoe benauwend bepaalde gebeurtenissen ook zijn. Het troost, het geeft kracht te beseffen dat God nooit van je zijde wijkt. 

Zie het wonder…. een oog vol verwondering

Het wonder van het bekijken, betasten, ruiken, genieten van al het schone wat voor de mens ter beschikking staat. De mens gemaakt om te genieten, om Gods wonderlijke schepping intens te beleven… Zullen we daaraan denken als de botten open gaan, als een boom met zijn helderwitte bloesem afsteekt tegen de dreigend donkere onweerslucht, als vruchten zwellen, en we ze plukken of eten ?  

Toen ik een tijd geleden een film zag over orka’s was ik ontroerd door de sierlijke beweging van deze dieren, de ritmische harmonie in hun bewegingen en hoe deze dieren een zekere discipline uitleefden. Toen ik daar lang genoeg had naar gekeken realiseerde ik me, dat als ook mijn leven zo harmonisch zou hebben verlopen op de golven van het leven, mijn leven in harmonie met Gods bedoelingen zou zijn geweest… maar dat is het niet. Op mijn leven drukken kwaadaardige afwijkingen en daarvoor heb ik nood aan een goede ‘tintenkiller’… Daarom heb ik Jezus Christus nodig. Hij heeft me niet alleen een perfect leven voorgeleefd… Hij heeft daarnaast ook zijn leven in liefde gegeven, in ruil voor het mijne. Misschien hebben weinig mensen daar voldoende bij stilgestaan, bij de vraag wat het betekent dat Jezus voor ons persoonlijk is gestorven… Het is geen kleinigheid. Het is niet zomaar het leven van een mens… Het is God zelf die zich heeft ontledigd en zich in volle overgave aan de mens heeft gegeven uit pure goddelijke liefde. Dàt is Goed Nieuws.  Het moest maar één maal gebeuren in de hele geschiedenis, om de macht van de zonde voor eens en voor altijd te breken, om zo een nooit ophoudend “Goed Nieuws” te zijn !

Wij zijn ‘aangenomen kinderen’ van God, beroep doend op Gods genade. Kan je dan als christen zomaar doen wat je WIL… ? Geeft het niet, als je maar bidt en gelooft ? Of zullen we trachten inniger contact te krijgen met onze Hemelse Vader, en proberen te weten te komen wat Hij met ons leven wil ? De Bijbel staat vol met prachtige beelden waarin verduidelijkt wordt hoe God ons kneedt (klei in de hand van de pottenbakker), snoeit (als ranken aan de wijnstok, opvoedt (als kinderen), verlicht (met hemels licht)…  

De Bijbel vertelt ons :

“Doet de nieuwe mens aan”… “en dat gij verjongd wordt door de geest van uw denken”…

We zouden kunnen doorgaan en ons hart verwarmen aan zoveel meer machtige beloften, zoveel meer schitterende vooruitzichten en een zo rijk vooruitzicht… Iedereen kan het lezen in het boek der boeken waarin God zich heeft geopenbaard. 

We leven in een wereld waar ook ander nieuws te horen is. Het is nieuws waarop anderen zullen roepen “Als er een God is, waarom laat Hij dat toe”… Alsof daarmee bewezen zou zijn dat er geen God is. De aarde is “Het Proefterrein van de Vrije Wil”. Zolang de menselijke vrije wil niet op de golflengte is van Gods vrije wil,  bestaat de kans op fatale afloop. Alleen wie zich vasthecht aan Gods beginselen, en verder blijft streven naar het beter kennen van Gods bedoelingen blijft onder “de wolk van Gods geest”. 

Veel gebeurtenissen in onze wereld zijn tragisch. Ons hart vult zich met afschuw als we het horen. Maar één ding weten we : “in die wereld voelen wij ons niet thuis, en daarom voelen we ons vaak vreemdelingen en bijwoners…” Probeer dan met het oog van God naar deze wereld te kijken : God kijkt naar deze wereld om te zien wat verloren is en te zoeken wat nog gered kan worden. Zo kan ook onze houding hier meer zijn dan wat fatalisme, maar een blijvend zoeken om als mens een positieve bijdrage te leveren in het goed functioneren van mensen onderling. .. als uiting van geloof in het goede nieuws.

Zult u vergeten worden ?

Uit : Jezus en Satan / Alfred Deligne

Voor miljoenen mensen bestaat de Schepper niet meer, Wij hebben het punt bereikt waar onze theologie doodloopt in de duisternis. God is verdwenen achter de verbijsterende pres­tatie van de “mondige mens”. De laatste vonk van religie is in ontelbare harten uitgeblust. Daardoor is de nacht ingetreden en onze talloze neonlichten veranderen daar niets aan.

Men hoopt niets meer, men verwacht niets meer, de harten zijn leegge­lopen. Waar de toekomst verdwijnt, rijst de wan­hoop op. De mens is te ver gegaan. Er is geen weg terug… “Wij kunnen de machines niet meer stilzetten die wij zelf in be­weging hebben gebracht.” (Carrel)

Weinigen geven zich rekenschap van de ontzettende wer­kelijkheid. Onze tijd gaat veel verder in haar ongeloof dan eeuwen tevo­ren. De fundamenten zijn ondermijnd; kruis en Bijbel zijn tot ergernis ge­worden. Het is de eeuw van gezagsverwer­ping en stofaanbidding, die het leven tot een ramp maken.

“God is dood!” was de wanhoopskreet van Nietzsche. God wordt afgewe­zen omdat Hij niet beantwoordt aan onze be­grensde begrippen. Hij zou een god moeten zijn naar ons beeld en onze gelijkenis.

Maar is het niet waanzinnig dit grote probleem te willen op­lossen?

Is het onze roeping, de Almachtige die een ontoegankelijk licht bewoont, te verdedigen?

Overschrijdt onze rede haar grenzen niet, als zij meent God in bescher­ming te willen nemen en te willen pleiten voor zijn Voorzienigheid?

Heeft God advocaten nodig?

Wij kunnen onmogelijk in het volle licht staren zonder ons ge­zichts­ver­mogen schade te berokkenen. Zullen wij niet liever berustend buigen voor het geheimenis van het goddelijk licht? Ook de werkelijkheid en het raadselachtige van het kwade dat groeit in al zijn dimensies naarmate de beschaving groeit, kun­nen wij niet verklaren.

De meeste kerken kwijnen en zijn niet meer liefdevol en heili­gend ingrij­­­pend. Het diepste, het rijkste en het schoonste van hun geloof hebben zij verloren. Samen met de ongelovigen drinken zij uit de gebarsten waterbak­­ken van de wereld, in plaats van het progressief benaderen van God door Christus. Door scheuren en gaten is de wereld met haar verborgenheid der ongerechtigheid in hen binnengedrongen en schiep hun nog nooit bereikte onverschilligheid.

Walter Lipman schreef: “Mijn grootvader geloofde, en was gelukkig, mijn vader twijfelde, mijn kinderen trokken er zich niets meer van aan.”

De gelovigen, gedompeld in de meest geraffineerde weelde van de moderne cultuur, zijn ten dode opgeschreven. Eeuwenou­de vormen worden nog bewaard, hun christendom is tot een dorre dogmatiek, tot een versteende mummie gewor­den. De machten uit de diepte schijnen te triomferen. Slechts een ware Godsopenbaring in haar ontdekkend licht, kan klaarte brengen in dit tragisch probleem.

De geheimzinnige ontwrichtende macht van de zonde, wier tegenwoor­dig­heid niet te rechtvaardigen is, de incarnatie van een princiep dat tegenover de eeuwige wet van de liefde staat, heeft de gelovigen in haar greep. Er is ontzaglijk veel kaf. Gods volk moet in de zeef. Het goudgele graan moet van het kaf gescheiden worden.

Terwijl wij de geschiedenis schrijven met het bloed der ver­drukten, schrijft de liefde in het verborgen met goddelijk ge­duld, de historie van het heil, de onbekende heldenzang van de kinderen der liefde op weg naar hun eeuwi­ge bestemming. Hier is wellicht de hoogtelijn, de lijn der verdeling tussen twee mensenrassen, kinderen der wereld en kinderen des lichts.

Maar vele raadsels blijven onopgehelderd, zoveel dat wij den­ken te door­zien, blijft ons onverklaarbaar. Welke merkwaardige gebeurtenissen grijpen voortdurend plaats in onze hersenen, in dit nietig slijmerig orgaan? Het is onbegrijpelijk hoe een ganse wereld kan worden opgenomen in de voor het oog onzichtbare celletjes. Met de machtigste mi­croscoop kunnen wij niets ontdekken van de levens­drama’s die in onze hersencellen zijn opgeborgen.

Eindeloze opslagplaatsen waar de schatten der kennis worden bewaard, waar al ons lief en leed onzichtbaar wordt opgesta­peld. Heilige plaatsen waar onze geheimen zich bevinden, ook onze geliefden, ook deze die al lang gestorven zijn! 

David A. Mac Lennon zag op een oud kerkhof een grafsteen staan waarop hij las: “Gij denkt dat ik al vergeten ben, ik ben het niet!”

Maar zult u hetzelfde kunnen zeggen? Wij zijn stervelingen. We weten niet hoelang we hier nog zullen vertoeven. En dan? Was dit alles? Wat was mijn doel op deze aarde? Of zal ik worden herinnerd door Hem die de harten en nieren doorzoekt, en Doe weet dat ik Hem heb verwacht, op de opstandingsmorgen, wanneer de graven open gaan en de eeuwige dageraad aanbreekt.

Alfred Deligne beschrijft in Jezus & Satan de strijd achter de schermen. Twee machten strijden om onze aandacht en toewijding. Dit boek uit 1980 werd gedigitaliseerd en geïnteresseerde lezers kunnen het aanvragen.
Het boek maakt deel uit van de Digitale Module C / Christelijk Leven van Natur-El waarin meer dan 100 boeken, brochures, artikels, bijbelstudies… zijn verzameld.

Een hand op je schouder

Niet elk moment in het leven is hetzelfde. Er zijn hoogtepunten, waar je misschien het gevoel hebt dat het nooit meer stuk kan, dat de wereld aan je voeten ligt. Je ziet de eindeloze mogelijkheden en uitdagingen. Je voelt je sterk en gezond… Ik bid erom dat het zo is, en dat God je, behalve die zegen, ook in gedachten geeft, dat deze wereld niet onze uiteindelijke bestemming is, en dat je mag weten dat dit geluk een gave Gods is. Vergeet dan niet Hem te danken en Hem de eer te geven die alleen aan God toekomt. 

Maar ook als het leven moeilijke dagen brengt, en dagelijks strijd oplevert om te overleven, om staande te blijven – fysiek of mentaal – weet dan, dat er Iemand is die wij om hulp kunnen vragen, Iemand waarbij we een schuilplaats vinden, Iemand die zegt : “Komt tot Mij, en Ik zal je rust schenken”. Hij is dichterbij dan je denkt, want zegt de Bijbel niet, “dat in al onze benauwdheid, dat ook Hij benauwd is”? Het is een ervaring om te weten, te voelen, dat Hij daar is, met troostende woorden en met de kracht die je nodig hebt voor het moment. Zoek je houvast bij Hem, die hemel en aarde schiep en die belooft “Zie, ik maak alles nieuw”. Uit die woorden haal ik kracht en ik probeer me voor te stellen hoe het zal zijn, alles nieuw… Nu voor altijd, definitief, een Paradijs. Zonder tranen, zonder armoede, zonder geweld, zonder haat, zonder negatieve gedachten en gevoelens… Lijkt het te mooi om waar te zijn? Leef je met het gevoel dat dit mensentaal is, en sprookje dat niet waar kan zijn? Dan heb je Gods woord nog niet begrepen. Dan heb je nog niet leren vertrouwen in Hem ‘die niet kan liegen’ en die zijn beloften nakomt. Ik hoor zijn stem in de hele natuur, die spreekt van Zijn heerlijkheid. Ik ben verbaasd en iets jubelt in mij, als ik zijn regenboog zie verschijnen aan de hemel. En ik denk aan de beloften aan Noach gegeven. Dan word ik stil, en wat er ook gebeurt, zelfs in moeilijke dagen, in ziekte, verdriet, conflicten, ben ik gerust. Want Zijn hand is op mijn schouder.