In de inleiding van haar boekje “Het Groene Kruid” beschrijft Esther Bosma op een prachtige manier de zorg van God voor zijn schepping en voor zijn schepselen. De conclusie is: “konden wij maar wat meer op de Here vertrouwen.” :
Het kruid of gewas op het veld, dat we overal om ons heen zien groeien en bloeien, in onze tuin, tussen de straattegels, op het veld of langs de akkers, schiep God met een reden, zoals Hij alles met een reden schiep.
Toen God de mens naar Zijn beeld schiep, gaf Hij hen het zaadzaaiend gewas te eten in de hof van Eden. Maar zij leefden niet alleen van die vruchten. Elke dag kwam God bij hen op bezoek, in de avondkoelte om met hen te spreken (Gen. 3:8). Ze leefden van het “woord dat uit de mond van God uitgaat” (Matth. 4:4), zoals Jezus ons in het Nieuwe Testament raadt. Zolang ze luisterden naar Gods Woord, bleef leven en blijdschap hun deel.
Helaas bleef dit niet zo. Toen Eva in gesprek met de slang kwam, schoof zij Gods Woord terzijde en nam het woord van de slang aan. Het woord van de slang ging lijnrecht in tegen Gods Woord: “…heeft God gezegd: U mag daarvan niet eten… anders sterft u. Toen zei de slang: U zult zeker niet sterven.” Gen. 3:3,4. Aangezien Gods Woord waarheid is en leven schenkt, en het woord van de slang leugen is en dood brengt, leerden Adam en Eva, toen zij naar het woord van de slang luisterden en van de boom van goed en kwaad aten, de dood kennen.
Het kennen van de boom van goed en kwaad deed hen oorzaak en gevolg kennen. Gehoorzaamheid aan Gods Woord zou zegen, blijdschap en leven brengen; ongehoorzaamheid aan Zijn Woord zou daarentegen ellende, verdriet en dood brengen. Dat is wat zij nu zagen: een vloek was over de aarde gekomen, waardoor de natuur veranderde. Deze bracht nu doornen en distels voort, die zij mochten eten. Maar zelfs in de vloek die over de aarde kwam zat een kostbare zegen. En als zij ervoor kozen naar God te luisteren, zou God alles ten goede doen keren. Groot is Gods goedertierenheid en genade!
Uit de natuur leerden zij niet alleen oorzaak en gevolg kennen om een goede keuze te kunnen maken, maar het groene kruid dat zij nu aan hun dieet toegevoegd kregen, gaf hen de mogelijkheid om hun lichaam te reinigen. Na de zondeval kregen ze te maken met angst (ze scholen weg voor God – Gen. 3:8) en verdriet (toen hun zoon Abel gedood werd). Angst, verdriet, zorg en depressie veroorzaken gif- en afvalstoffen in het lichaam, waardoor het lichaam ziek wordt (Spr. 17:22). Maar God gaf zoals altijd, een uitweg. God wist precies wat ze nodig hadden om dit gif uit het lichaam te krijgen. Hij gaf hen het “groene kruid ofwel het gewas van het veld” en liet hen “in het zweet van hun aangezicht brood eten” (Gen. 3:19).
Tegenwoordig wordt dit met mooie woorden genoemd: “detoxen”. In dure wellness centers worden zulke detox-kuren voor veel geld aangeboden . Door middel van zweetbehandelingen en groene chlorofylrijke drankjes van het kruid op het veld, wordt het lichaam ontgift. Maar eigenlijk zijn die detox-kuren oer oud! God gaf ze aan het begin van deze wereld, meteen na de zondeval. Is God niet alwijs en barmhartig?!
God leerde ons in de groei en reinigende kracht van “het groene kruid” nog veel meer mooie kostbare lessen. Als we zien met welke kracht een zaadje ontkiemt en zich zelfs door het asfalt heen weet te boren, zien we Gods almacht! God “sprak en het was er, Hij gebood en het stond er” (Psalm 33:6,9). Die kracht, waarmee God de aarde schiep, laat Hij ook door Zijn scheppingswerken zien. Door de natuur te observeren leren we geloof en vertrouwen te krijgen in Gods scheppende en genezende kracht. De natuur is slechts een middel. Niet het doel. Gods doel is ons door Zijn scheppingswerken geloof te geven. Geloof in dat God onze zonde kan reinigen en ons naar Zijn beeld kan herscheppen.
Door de natuur te bekijken, zien we hoe het zaad afsterft en nieuw leven doet uitspruiten, hoe na de winterkou de blaadjes uit de schijnbaar dode takken beginnen te groeien. Daarin zien we Gods genadig verlossingsplan. Hij wil ons nieuw leven schenken. Hij wil dat we onze dode toestand erkennen en met Hem opstaan. In dit plan wil Hij dat we met Hem samenwerken. Is het niet geweldig om met die grote Schepper en Herschepper te mogen samenwerken?
In alles wat dient tot onderhoud van de mens is de samenwerking van menselijke met goddelijke kracht zichtbaar. Er is geen oogst tenzij de mens zijn aandeel doet in het zaaien van het zaad. Maar zonder de middelen die God geeft in regen en zonneschijn, dauw en wolken, zou er geen groei mogelijk zijn. Zo gaat het ook bij het vormen van ons karakter. Wij hebben een werk te doen, maar de macht van God moet samengaan met ons werk. Zo niet, dan is al onze inspanning vergeefs. Het is en blijft belangrijk onze afhankelijkheid van God te beseffen. Wij zijn Gods medearbeiders (1 Kor. 3:9). Het deel dat de mens doet is heel onbelangrijk vergeleken met wat God doet, maar als wij verbonden blijven met de godheid van Christus, kunnen we “alle dingen doen door Christus die onze kracht is.” (Fil 4:13)
Zo werkte Jezus ook met zijn discipelen. Hij wilde dat ze Hem onvoorwaardelijk zouden vertrouwen. Door naar de natuur te wijzen hoopte Hij geloof in hen op te wekken. Hij wees naar de bloemen en zei: ”Als God het gras van het veld… zo bekleedt, zal Hij u niet veel meer kleden?” (Matth. 6:30) Christus is steeds bezig dit gebed te beantwoorden en deze verzekering waar te maken. Een onzichtbare macht werkt voortdurend ten behoeve van de mens om hem te onderhouden. Geloof u dat? God houdt van u en is voortdurend bezig om Zijn goedheid aan u te laten zien.
Het is een voortdurend zich verwonderen over Gods natuur, over de kracht die Hij in “het kruid van het veld” gelegd heeft. Dat u daardoor Zijn grootheid en goedheid voor u mag zien weer geloof en vertrouwen Hem mag krijgen. Dat u zich geheel en al aan Hem mag toevertrouwen. Hij is Uw Schepper en Heelmeester/arts (Ex. 15:26).
Zal Hij, die zorgt voor het kruid op het veld, niet veel meer voor u zorgen?