- Misschien, Vandaag of Morgen, wie weet ?
- Het is altijd mogelijk, maar het is niet zeker.
- Hoe zou ik het kunnen weten, als ik tast in het duister,
- zonder één punt waarop ik me kan richten?
- Als alles vaag is en onduidelijk, als in een mist,
- een waas die het zicht ontneemt, en de naald van het kompas
- wijst de richting niet aan.
- Er is geen ster aan de hemel, geen zon en geen maan,
- was alles willekeur en zonder doel?
- Als het gras niet weet hoe het moet groeien,
- en de bomen niet meer weten hoe ze kunnen bloeien.
- Misschien is zo vreemd.
- Het is een woord dat mensen zeggen in onzekerheid.
- Die dag, toen de aarde beefde, en de zon geen licht meer gaf,
- en de maan rood als bloed werd, of het sterren regende aan het firmament…
- Maar het ging voorbij en mensen zegden “misschien” hebben we ons vergist.
- Misschien moeten we ons helemaal niet druk maken.
- Misschien was het helemaal geen teken.
- En het leven ging door. Ze aten en dronken.
- Ze gingen slapen en werden weer wakker.
- Zo liep alles zijn gewone gangetje.
- Behalve dat ze soms opgeschrikt werden door geruchten van oorlog,
- door misschien een terroristische daad.
- En weer ging het hart sneller slaan.
- Misschien morgen. Misschien vandaag.
- Daaraan denk ik niet graag.
- De radio zong een lied, de televisie stond aan.
- En na een traan, kwam altijd een nieuw programma.
- Dat was zeker en zonder twijfel. Daarover geen misschien.
- De oude boeken werden grijs onder het stof.
- De machines doorzochten de oneindige ruimte
- en er was Niemand.
- Ze doorzochten de kleine werelden van het leven.
- Ze gingen kijken in de diepte van cellen en atomen.
- en ze zagen Niemand.
- Lag het misschien aan hun bril, of aan de neus waarop hij zat,
- of aan een vervelende vlieg die hen zo stoorde in het onderzoek.?
- Misschien was het puur toeval, zoals volgens hen miljarden keren
- had plaatsgevonden, die chaos kon omtoveren in orde en leven.
- Die de zon op zijn plaats hield, in een perfecte beweging en op de juiste afstand,
- de dampkring, net dik genoeg maakte om de warmte op aarde te verdelen
- en toch niet te dik om de zonnestralen te weerhouden.
- Dat was natuurlijk toeval. Zo ineens gebeurde het.
- Daar was het oog, met een dier en alles erbij.
- Daar was het oor, zo perfect dat het misschien hoorde
- wat in de binnenkamers werd gepreveld.
- Was daar misschien een bittere discussie?
- Nee, het mag niet zijn. We mogen niet toegeven aan die illusie.
- We hebben er lang genoeg aan vastgezeten.
- We waren gevangen door die gedachte dat er Iemand hoger was,
- Iemand waaraan we misschien rekenschap moeten geven
- van onze gedachten en daden.
- Laten we niet terug misschien naar de “middeleeuwen”.
- We hebben aan niets gebrek. Juist nu het zo goed gaat.
- Je gaat de wetenschap niet in diskrediet brengen met een misschien?
- Bewijs het maar eens. Toon me die God eens, dat ik Hem kan zien.
- Ja natuurlijk is Hij er niet. Dat is weer eens toeval.
- Ik heb er m’n buik van vol en als jij misschien wil geloven, dan hou ik je niet tegen.
- Je bent naïef en achterlijk. Hoe bestaat het.
- Maar ik heb de wetenschap.
- En die zegt klaar en duidelijk : dat het mogelijk is,
- ‘t is te zeggen dat er evidentie is, alhoewel dit verder nog moet nagetrokken worden,
- tenminste als de geldmiddelen daarvoor vrijgemaakt worden,
- dat het misschien wel eens zou kunnen, of toch dat er een kans bestaat,
- en indien de voorwaarden zouden vervuld zijn,
- en mits de chemie voor deze hypothese nog het bewijs zou leveren,
- en de biologie met meer voorbeelden en waarnemingen de theorie zou schragen,
- dan zou het misschien kunnen dat we ooit eens zullen verklaren waarom de evolutie…
- God, waar ben ik aan begonnen?…