De Bijbel vertelt ons dat er één God in drie Personen is. God is eeuwig; Hij kan niet sterven. God weet ook alle dingen. Hij is almachtig. Hij is overal en Hij is heerlijk. Een van de centrale boodschappen van het evangelie is dat God een vriendelijke, geduldige, vergevingsgezinde en barmhartige Vader is. Hij is genereus, betrouwbaar, altijd aanwezig, altijd geïnteresseerd in elk aspect van ons leven. Hij heeft een warm en zorgzaam hart dat zich verheugt als het goed met ons gaat, treurt als we lijden, ernaar verlangt Zichzelf aan ons te openbaren en ernaar verlangt met ons herenigd te worden. De Schrift vertelt ons keer op keer dat Hij de zondige mensheid op de allerhoogste en onvoorwaardelijke wijze liefheeft, en daarom heeft Hij Zijn Zoon gestuurd om ons van de zonde te verlossen en het eeuwige leven voor ons veilig te stellen. Bovendien voedt, beschermt en leidt Hij ons ook dagelijks. God zorgt voor ons. Hij is vergevingsgezind. En daarom is Hij ons respect, gehoorzaamheid en aanbidding waard.
GODS WOORD ZEGT dat Hij de Vader van de hele mensheid is.
Maleachi 2:10 Hebben we niet allemaal één vader? Heeft niet één God ons geschapen? Waarom handelen wij elk verraderlijk tegen zijn broeder om het verbond van onze vaderen te ontheiligen?
Efeziërs 3:14-15 Om die reden buig ik mijn knieen voor de Vader, naar wie alle geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt,
GODS WOORD ZEGT dat Hij barmhartig en eeuwig geduldig is in de omgang met zondige mensen.
Psalm 103:8-11 Barmhartig en genadig is de Here, lankmoedig en rijk aan goedertierenheid; Niet altoos blijft Hij twisten, niet eeuwig zal Hij toornen; Hij doet ons niet naar onze zonden en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden; Maar zo hoog de hemel is boven de aarde, zo machtig is zijn goedertierenheid over wie Hem vrezen.
Micha 7:18-19 : Wie is een God als Gij, die de ongerechtigheid vergeeft en de overtreding van het overblijfsel van zijn erfdeel voorbijgaat, die zijn toorn niet voor eeuwig behoudt, maar een welbehagen heeft in goedertierenheid! Hij zal Zich wederom over ons ontfermen, Hij zal onze ongerechtigheden vertreden. Ja, Gij zult al onze zonden werpen in de diepten der zee.