Verlost

Er bestaat vandaag een terughoudendheid bij sommige christenen om de gedachten van heiligheid en geluk samen te brengen. Op een of andere manier vinden zij dat toegewijde christenen somber en ernstig moeten zijn. Geluk lijkt iets oneigens te zijn, op een bepaalde manier besmet met een geest die in tegenstrijd is met de ware liefde voor God. Vanuit dit oogpunt behoren vreugde en Jezus niet in één adem genoemd te worden, want dat brengt de ware eerbied voor God in gevaar.

Maar die gedachten komen niet uit de Bijbel. Kijk eens wat daar gezegd wordt:

“Hen zal Ik brengen naar mijn heilige berg en Ik zal hun vreugde bereiden in mijn bedehuis” (Jesaja 56:7).

“Verheugen zullen zich allen die bij u schuilen, altoos zullen zij jubelen” ʻPsalm 5:12).

En weer zegt de psalmist: “Zult Gij ons niet doen herleven, opdat uw volk zich in U verheuge?” Psalm 85:7.

Welke houding weerspiegelt het best het leven en werk van Jezus? Het evangelie vertelt ons dat zelfs de kinderen met vreugde tot de Heiland kwamen en dat zegt ons veel over zijn uitstraling.

Maar was onze Heer dan niet “een man van smarten, bekend met verdriet?” Natuurlijk was Hij dat. In het leven van elke christen komen zaken voor die het hart breken en ook dat van God. Elke christen kent de kwelling van het schuldgevoel en de tol van de tragedie. Voor elk van ons komt er een tijd om te treuren. Elke christen kent verdriet, als hij ziet dat de mensen waar hij van houdt een rampzalige keuze maken. Maar de vriendschap met Jezus leidt tot een vreugdevolle reis, zelfs wanneer ons pad langs verdriet voert.

In zijn bekendste prediking, de Bergrede, sprak Jezus over de formule voor blijdschap. Herhaaldelijk begint Hij zijn uitspraken met “Zalig zijn zij…” en beschrijft dan hoe men ware vreugde kan vinden door Hem te dienen.

Hoe kan een generatie die voor het oordeel staat een vreugdevol leven leiden? Wij vinden het antwoord in Psalm 98:4-9: “Juicht de HERE, gij ganse aarde, breekt uit in gejubel en psalmzingt. Psalmzingt de HERE met de citer, met de citer en met luide zang, met trompetten en met bazuingeschal; juicht voor de Koning, de HERE. De zee bruise en haar volheid, de wereld en wie erin wonen; dat de stromen in de handen klappen, de bergen tezamen jubelen voor het aangezicht des HEREN, want Hij komt om de aarde te richten; Hij zal de wereld richten in gerechtigheid en de volken in rechtmatigheid.”