“Wetenschappers die leren dat evolutie een feit is, zijn oplichters, en het verhaal dat ze vertellen is misschien het grootste bedrog ooit. Bij het uitleggen van evolutie hebben we geen enkel benul van de feiten.” / Dr. T. N. Tahmisian (Commissie voor Atoom energie, USA), 20 augustus 1959, geciteerd door N. J. Mitchell, ‘Evolution and the Emperor’s clothes’, Roydon Publications, UK, 1983, titelpagina.
“Eenzijdig informatie verstrekken is geen educatie, maar indoctrinatie” (Kent Hovind, Dr.Dino)
““Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat de evolutietheorie, en vooral de mate waarin ze wordt toegepast, één van de grote grappen zal zijn in de geschiedenisboeken van de toekomst. Het nage-slacht zal verwonderd zijn dat zo’n kwetsbare en dubieuze hypothese aanvaard kon worden op zo’n ongelooflijk lichtgelovige wijze.” / Malcolm Muggeridge (wereldberoemd journalist), Pascal Lectures, Universiteit van Waterloo, Ontario, Canada.
“Alhoewel er geen enkel wetenschappelijk bewijs voor evolutie is, geloven veel mensen er blindelings in. Alsof het vaststaande wetenschappelijke feiten zou betreffen. Dr. Dino heeft zich ten doel gesteld mensen voor te lichten over:
1. de onzin en de gevaren van de evolutiefilosofie
2. de betrouwbaarheid van het scheppingsverslag zoals terug te vinden in het bijbelboek Genesis
Daarvoor maakt zij gebruik van de seminarserie van Dr. Kent Hovind. Deze serie behandelt op verhelderende wijze het scheppingsverslag, de evolutietheorie en alles wat hiermee samenhangt zoals de oerknaltheorie, aapmensen, fossielen, dinosaurussen, koolstofdatering, leugens in de lesboeken, de leeftijd van de aarde, de wereldwijde vloed en nog vele andere onderwerpen.
Gebaseerd op talloze feiten, toont Dr. Kent Hovind met zijn kenmerkende humor aan dat de Bijbel vanaf het allereerste vers betrouwbaar is.
DE GROTE LEUGEN
Sinds Charles Darwins boek “De oorsprong van de soorten” in 1859, is de evolutieleer in gans de Westerse cultuur op grote schaal verspreid geworden en nog steeds wordt zij gepropageerd via de media, in de cultuur, in het onderwijs; zelfs meerdere theologen zijn deze leerstelling bijgetreden ondanks duidelijke tegenspraak van de evolutieleer met het leergezag van de Kerk.
Het ontbreken van elke wetenschappelijke grond voor de evolutieleer leidt tot de conclusie dat wanneer mensen er in blijven geloven, zij dit doen om filosofische redenen en niet om wetenschappelijke redenen, m.a.w. het willen ontkennen van de scheppingsleer.
De evolutieleer steunt op volgende beginselen:
Het heelal zou ontstaan zijn uit een materie (gasvormig) waarvan de oorsprong als niet gekend wordt aangegeven. Die materie zou vervolgens geëxplodeerd zijn en het hele heelal puur bij toeval voortgebracht hebben. Deze explosie heeft men de “big bang” genoemd.
Vervolgens zou er leven ontstaan zijn als gevolg van chemische reacties. De aanvankelijk zeer elementaire levensvormen zouden gaandeweg veranderd zijn in complexere gehelen, te weten: algen, ongewervelde dieren…
In de loop der tijden zouden vervolgens door veranderingen, vissen, amfibieën, reptielen, dinosaurussen, zoogdieren enz. ontstaan zijn. De mens tenslotte zou op dezelfde manier zijn ontstaan, enkele miljoenen jaren geleden uit een of andere aapachtige voorouder.
Dit proces zou miljarden jaren geduurd hebben. Het werd onderverdeeld in grote tijdvakken die hoofdtijdperken genoemd werden zoals bv. het Mesozoïcum dat drie perioden omvat, nl. het Trias, het Jura en het Krijt.
De evolutieleer gaat er dus van uit dat het heelal miljarden jaren oud is; dit is immers nodig om de hypothese van de geleidelijke vorming aannemelijk te maken.
De boeken die de onjuistheid van deze evolutietheorie aantonen, rijzen de laatste jaren als paddestoelen uit de grond.
Blijkbaar wordt het voor steeds meer wetenschappers een uitgemaakte zaak.
Een bijzonder te vermelden boek op dit gebied is het werk van een befaamde Amerikaanse professor: Michael J.Behe, nl. : ‘Darwin’s Black Box; The Biochemical Challenge to Evolution” (De zwarte doos van Darwin – het biochemisch vraagteken bij de evolutie). In dit boek stelt hij dat Darwin nog geen enkel benul had van de ingewikkelde, biochemische structuren en processen van de cel. De cel was dus voor Darwin nog een ‘zwarte doos’.
De complexe celprocessen en structuren konden pas vanaf de jaren 1950 door het gebruik van o.a. de electronenmicroscoop ontrafeld worden. Volgens Behe zijn ze allen ‘onherleidbaar complex’ en kunnen niet ontstaan zijn door een niet-intelligent proces, dus niet door mutaties en natuurlijke selectie zoals de Darwinistische evolutietheorie beweert. Alhoewel Behe geen creationist is (scheppingsleer), argumenteert hij toch dat al deze complexe cellulaire mechanismen doelbewust zijn ontworpen door God of door een andere zeer intelligent wezen…
Bijzonder te vermelden is het in 1997 verschenen boek in het Nederlands taalgebied, van Peter M. Scheele: “Degeneratie” – het einde van de evolutietheorie – De schrijver beperkt zich hier tot de kern van de evolutieleer. Namelijk : kunnen door de bekende mechanismen zoals mutaties, natuurlijke selectie, genetische isolatie, enz., nieuwe genen ontstaan? Het antwoord is een klaar en duidelijk NEEN. Macro-evolutie, het ontstaan van nieuwe soorten (typen) in de loop van de tijd is onmogelijk. Het slot van het eerste deel van het boek is dan ook een ‘aanklacht’ tegen ‘meester-oplichter mutatie’ en een open brief aan Darwin.