Sommigen zullen zeker het liedje kennen “Is that all there is?” (is dat alles wat er is?) Het liedje gaat verder met de boodschap “laten we er dan van genieten”…
Genieten is natuurlijk een rekbaar woord en het is geen verbod om van het leven te genieten. Eigenlijk heeft God zijn uiterste best gedaan om een omgeving te scheppen die uiterst genietbaar en goed is. Maar houdt het op aan de grenzen van ons aardse leven, of overschrijdt het die grens? De Bijbel geeft ons dat perspectief. De grens van het leven was niet bepaald. Leven had alles in zich om eeuwig door te gaan… De dood is een vijand en Christus heeft hem overwonnen.
Laat me dit even illustreren met het verhaal van een vrouw die te horen kreeg dat zij een dodelijke ziekte had en nog maar drie maanden te leven had. Toen de predikant haar bezocht om de begrafenis met haar door te spreken, had zij een ongewoon verzoek. Zij wilde begraven worden met een vork in haar hand. “Waarom” vroeg hij. En zij vertelde: “In de jaren dat ik de potlucks van de kerk bezocht, herinner ik mij dat wanneer de borden van het hoofdgerecht werden afgeruimd er altijd iemand zei: houd je vork gereed! Dan kwam mijn favoriete onderdeel van de maaltijd, het lekkerste en het beste. Ik wil dat de mensen mij in mijn kist zien liggen met een vork in mijn hand en zich afvragen: Wat doet die vork daar? Vertel ze dan: Houd je vork gereed, het beste komt nog.” Door de zonde, de pijn en het lijden dat ons overal omringt, wordt God vaak volkomen verkeerd gezien.
De Bijbel zegt: “Want wij zien nu door een spiegel, in raadselen” (1 Korintiërs 13:12).
Maar op die grote dag zullen wij onze Vader van aangezicht tot aangezicht zien.
En niet alleen dat, wij zullen Hem ook zien in zijn volledige heerlijkheid. En niet alleen Jezus zal in heerlijkheid verschijnen, maar ook al zijn volgelingen.
“Wanneer Christus verschijnt, Die ons leven is, zult ook gij met Hem verschijnen in heer- lijkheid” (Kolossenzen 3:4). Wat een geweldige dag zal dat voor iedereen zijn.
De belangrijkste opdracht van de eerste komst van Jezus was het ware karakter te onthullen van God als een God van liefde. Dat is de essentie van de grote strijd tussen God en satan. “Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou” (1 Johannes 3:8).
De wederkomst zal een laatste en volledige rechtvaardiging zijn van Gods karakter voor het gehele universum. De Bijbel omschrijft dit als volgt: “Hierna hoorde ik als een luide stem van een grote schare in de hemel zeggen: “Halleluja! Het heil en de heerlijkheid en de macht zijn van onze God, want waarachtig en rechtvaardig zijn zijn oordelen, want Hij heeft de grote hoer geoordeeld, die de aarde met haar hoererij verdierf, en Hij heeft het bloed zijner knechten van haar hand geëist.“ – (Openbaring 19:1,2).
In één opzicht was het Koninkrijk der hemelen gekomen bij Jezusʼeerste komst. Maar het zal niet in al zijn volheid worden gevestigd tot aan zijn tweede komst en de vernietiging van de zonde. De wereld om ons heen zal worden veranderd: “Dan zal de wolf bij het schaap verkeren en de panter zich neerleggen bij het bokje; het kalf, de jonge leeuw en het mestvee zullen tezamen zijn, en een kleine jongen zal ze hoeden; de koe en de berin zulle samen weiden, haar jongen zullen zich tezamen neerleggen, en de leeuw zal stro eten als het rund; …”
Geloof
Er was een atheïstisch koppel dat een kind had. Het koppel vertelde hun dochter nooit iets over God. Op een nacht, toen het kleine meisje 5 jaar oud was, vochten de ouders met elkaar en de vader schoot de moeder dood, voor het aangezicht van het kind. Dan schoot de vader zichzelf dood. Het meisje zag alles. Ze werd naar een kindertehuis gebracht.
De pleegmoeder was een christen en nam het kind mee naar de kerk.
Op de eerste dag van Bijbelschool, vertelde de pleegmoeder aan de leraar, dat het meisje nog nooit van Jezus gehoord had, en dat hij geduld met haar moest hebben.
De leraar liet een afbeelding van Jezus zien, “Is er iemand die weet wie dit is?
Het kleine meisje zei, “Ik ken hem, dat is de man die mij de nacht dat mijn ouders stierven vasthield.”
Zomerzicht
Ruggerustend tegen ’t gras de lucht een glazen bol
wind wiegt ’t bloeiend gewas een zon van zomer vol
het diep oneindig hemelsblauw
doet knipperend ogen luiken -‘k knijp een spleetje, kijk door ’t nauw
naar traag slepende witte wolken buiken.
Elfrida Vanhove